Toch sprak ik “Vader ik vertrouw Op Uw onfeilbaar Woord”. “Ik weet dat nu mijn liefste bezit Ons beide toebehoort”.
Zalig zijn de armen van geest want zij zullen God zien. Zalig zijn de reine van hart Want zij zullen Gods kinderen genoemd worden.
Als ge in nood gezeten geen uitkomst ziet, wil dan nooit vergeten, God verlaat u niet.
De rotsgrond geloof en vertrouwen Die d'invloed der tijden weerstaat Was mij 't fundament, om te bouwen Een woning, die nummer vergaat
Eén Vader, Die ons liefheeft, Eén Zoon, Die stierf aan het kruis, Eén Geest, Die leidt door het leven En straks één Vaderhuis.
En dit bid ik, dat uw liefde nog steeds meer overvloedig moge zijn in helder inzicht en alle fijngevoeligheid, om te onderscheiden, waarop het aankomt.
God heeft gegeven liefde in het leven, moed in het lijden, troost in het scheiden.
Haar stoel is leeg, Haar stem is stil. Wij zeggen: “Heer, Het was Uw wil.
Hij brengt mij in een oase van groen, daar strek ik mij uit aan de rand van het water, daar is het goed rusten.
Ik heb lang en gelukkig geleefd heb mij met weinig tevreden gesteld veel gekregen en ik ben van alle gaven voldaan zachtjes naar God gegaan...
Ik ben reizend naar die stad Waar Christus 't licht zal zijn Om eeuwig daar te zijn bij Hem Verlost van zorg en pijn.
Ik was een splinter in de tijd Waarin miljarden mensen Met al hun hoop en wensen Mij voorgingen in de eeuwigheid
Neem Heer mijn beide handen en leidt Uw kind tot ik aan de eeuwige stranden de ruste vind
Niemand weet wat leven is Alleen dat het gegeven is En dat van dit geheimenis God het begin en het einde is
Nu kun je over ons waken eens zullen we weer samen zijn tot dan moeten wij hier verder leven maar zal je steeds in mijn gedachten zijn
O vergeet niet dat steeds Hij heel uw leven leidt. Want Zijn liefde komt altijd winnend uit de strijd.
Vrees niet: Ik laat je niet alleen vertrouw op Mijn. Ik zal je dragen Ik houd mijn vleugels uitgeslagen en voer je door de wolken heen...
Vrees toch geen nood!. 's Heren trouw is groot, en op 't nacht'lijk duister, volgt het morgenrood.
Dan zal de Schepper van mijn leven spreken En zeggen: zie, Ik roep u uit de tijd; En alle grenzen zullen openbreken Naar Zijn oneindig- en onmeetlijkheid.
De Heere antwoordde op mijn vragen: "Wat jij door jouw verdriet niet ziet, dat ene spoor, dat zijn jouw voetstappen niet, Want toen jij het zo moeilijk had, toen heb ik jou gedragen."
En niemand weet wat leven is. Alleen dat het gegeven is. En dat van dit geheimenis, God het begin en einde is
“Herschep mij kruis en de kruisen van d wereld, opdat aan al die kruisen uw liefde begint te stralen”.
Hoe is het mogelijk Heer, iedereen weet dat hij sterfelijk is en toch gedraagt iedereen zich alsof hij eeuwig zal leven
In goede machten liefderijk geborgen verwachten wij getroost wat komen mag. God is met ons des avonds en des morgens, is zeker met ons elke nieuwe dag.
Wat ging het allemaal snel Maar ik zie je nog wel Het is wachten op die grote dag Dat ik je weer ontmoeten mag